Al 124 jaar bakt Hartog volkorenbrood voor de stad. De eerste broden werden gebakken in een bovenwoning in de Jordaan. Vervolgens verhuisden ze naar de Ruyschstraat 68 om via de Ruyschstraat 56 naar de Wibautstraat 77 te verhuizen. In al die jaren hebben we vastgehouden aan de werkwijze, recepturen en filosofie van Aagje Hartog.
In onze eigen maalderij malen wij dagelijks onze Nederlandse tarwe zonder toevoegingen tot volkorenmeel.Onze molen in de Wibautstraat 39 zuigt de opgeslagen tarwe aan en transporteert de tarwe naar de maalstoel. De maalstoel bestaat uit twee maalstenen. Deze kunststenen zijn gemaakt van beton en kwarts en wegen ongeveer 250 kg per stuk. De bovenste steen noemen we de draaier en draait. De groeven (opstaande randen in de steen) voelen scherp aan. Zij snijden als messen
Eind 1800 bakte Aagje Hartog haar brood in het dorpje Aartswoud in West-Friesland. Dit boerenbrood viel zozeer in de smaak bij visite uit Amsterdam, dat men de familie Hartog wist over te halen om volkorenbrood in de hoofdstad te gaan verkopen. Zo ontstond in 1896 op drie hoog achter in de Jordaan, Bakkerij Hartog, met een productiecapaciteit van twaalf broden. Gerrit die in de haven werkte, hielp na zijn werk met het venten van het brood.
Al gauw werd het huis te klein en de overlast te groot. Daarom verhuisde de familie in 1901 naar de Ruyschstraat 68. De winkel kwam in het voorste gedeelte van het huis en achter de winkel was het woongedeelte. De daarachter gelegen uitbouw werd gebruikt als maalderij en bakkerij. In het schuurtje op de binnenplaats stond het paard, dat gebruikt werd om het brood mee uit te venten. Aagje was niet tevreden over de kwaliteit van de stoom-meelfabriek. Ze kocht een molen en maalde zelf het graan. Doordat zij veganistisch was gebruikten ze geen reuzel (varkensvet), iets wat in die tijd gewoon was. Vanaf 1944 werd er werd er niet meer gevent, hierdoor werd de winkel functie belangrijker.
Na ruim tachtig jaar, verhuisde het bedrijf in 1984 naar de hoek van de Ruyschstraat/Wibautstraat. Door de stadsvernieuwing werd er een nieuw pand gebouwd wat werd ingedeeld naar de maatstaven van die tijd.
Na weer 32 jaar later, werd duidelijk dat zowel de bakkerij als winkel niet meer voldeden aan de eisen die bij deze tijd horen. Zo werd de winkel verplaatst in 2016 en verhuisde de bakkerij en maalderij in 2019 naar deze zelfde locatie. Door de dubbele aantal m2 hebben we de routing van het productieproces kunnen verbeteren en de nodige bakkersapparatuur kunnen vernieuwen. Ook is er in de winkel meer ruimte voor klant en verkoper. De brede gevel geeft een transparant beeld van 'het malen tot het bakken', wat vooriedereen aan de buitenzijde is te volgen. We zijn er trots op dat we in al deze jaren hebben we vastgehouden aan de werkwijzen, recepturen en filosofie van Aagje. En u nog steeds ‘hetzelfde’ volkorenbrood mogen aanbieden.
In onze eigen maalderij malen wij dagelijks onze Nederlandse tarwe zonder toevoegingen tot volkorenmeel.Onze molen in de Wibautstraat 39 zuigt de opgeslagen tarwe aan en transporteert de tarwe naar de maalstoel. De maalstoel bestaat uit twee maalstenen. Deze kunststenen zijn gemaakt van beton en kwarts en wegen ongeveer 250 kg per stuk. De bovenste steen noemen we de draaier en draait. De groeven (opstaande randen in de steen) voelen scherp aan. Zij snijden als
In onze eigen maalderij malen wij dagelijks onze Nederlandse tarwe zonder toevoegingen tot volkorenmeel.Onze molen in de Wibautstraat 39 zuigt de opgeslagen tarwe aan en transporteert de tarwe naar de maalstoel. De maalstoel bestaat uit twee maalstenen. Deze kunststenen zijn gemaakt van beton en kwarts en wegen ongeveer 250 kg per stuk. De bovenste steen noemen we de draaier en draait. De groeven (opstaande randen in de steen) voelen scherp aan. Zij snijden als
Eind 1800 bakte Aagje Hartog haar brood in het dorpje Aartswoud in West-Friesland. Dit boerenbrood viel zozeer in de smaak bij visite uit Amsterdam, dat men de familie Hartog wist over te halen om volkorenbrood in de hoofdstad te gaan verkopen. Zo ontstond in 1896 op drie hoog achter in de Jordaan, Bakkerij Hartog, met een productiecapaciteit van twaalf broden. Gerrit die in de haven werkte, hielp na zijn werk met het venten van het brood.
Al gauw werd het huis te klein en de overlast te groot. Daarom verhuisde de familie in 1901 naar de Ruyschstraat 68. De winkel kwam in het voorste gedeelte van het huis en achter de winkel was het woongedeelte. De daarachter gelegen uitbouw werd gebruikt als maalderij en bakkerij. In het schuurtje op de binnenplaats stond het paard, dat gebruikt werd om het brood mee uit te venten. Aagje was niet tevreden over de kwaliteit van de stoom-meelfabriek. Ze kocht een molen en maalde zelf het graan. Doordat zij veganistisch was gebruikte ze geen reuzel (varkensvet), iets wat in die tijd gewoon was. Vanaf 1944 werd er niet meer gevent, hierdoor werd de winkel functie belangrijker.
Na ruim tachtig jaar, verhuisde het bedrijf in 1984 naar de hoek van de Ruyschstraat/Wibautstraat. Door de stadsvernieuwing werd er een nieuw pand gebouwd dat werd ingedeeld naar de maatstaven van die tijd.
Weer 32 jaar later, werd duidelijk dat zowel de bakkerij als winkel niet meer voldeden aan de eisen die bij deze tijd horen. Zo werd de winkel verplaatst in 2016 en verhuisde de bakkerij en maalderij in 2019 naar deze zelfde locatie. Door de dubbele aantal m2 hebben we de routing van het productieproces kunnen verbeteren en de nodige bakkersapparatuur kunnen vernieuwen. Ook is er in de winkel meer ruimte voor klant en verkoper. De brede gevel geeft een transparant beeld van 'het malen tot het bakken', wat voor iedereen aan de buitenzijde is te volgen. We zijn er trots op dat we in al deze jaren hebben we vastgehouden aan de werkwijze, recepturen en filosofie van Aagje en wij nog steeds ‘hetzelfde’ volkorenbrood mogen aanbieden.
(1896 - 1927)
(1927 - 1958)
(1958 - 1968)
(1968 - 1997)
(1978 - 1994)
(1978 - 2015)
(1997 - heden)